Eind 2018 heeft het kabinet definitief besloten om de huidige dividendbelasting te behouden en het budget te herverdelen over fiscale maatregelen voor het bedrijfsleven.  Dit heeft ervoor gezorgd dat een aantal maatregelen versoepeld zijn en een aantal nieuwe maatregelen geïntroduceerd zijn ter stimulering  van het Nederlandse vestigingsklimaat.

Dit houdt in dat de dividendbelasting gehandhaafd wordt. De invoering van een nieuwe belasting op dividenden voor specifieke situaties is uitgesteld; hiervoor wordt eerst de samenhang bekeken met de huidige Wet dividendbelasting.

De Wet op de dividendbelasting 1965 houdt kort gezegd in dat vennootschappen met voorwaarden in aanmerking komen voor de belastingvrijstellingen. Wanneer er aan deze voorwaarden wordt voldaan zijn zowel in Nederland als in het buitenland gevestigde lichamen vrijgesteld van vennootschapsbelasting. Lichamen die aan de voorwaarden voor deze vrijstelling voldoen, zijn in principe tevens gerechtigd van een teruggaaf van Nederlandse dividendbelasting.

Algemene voorwaarden voor de belastingvrijstelling

De deelnemingsvrijstelling is in Nederland een fiscale regeling in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. De regeling  geldt voor deelnemingen in binnenlandse en buitenlandse vennootschappen en houdt in dat voordelen uit een deelneming buiten aanmerking blijven bij het bepalen van de winst. De belangrijkste kenmerken die voor toepassing van de deelnemingsvrijstelling worden gesteld is dat er spraken moet zijn van:

Voor de Verklaring omtrent gedrag wordt een gerichte vrijstelling ingevoerd. De vergoeding voor een VOG gaat niet langer ten laste van het werkkostenbudget indien de werkgever de vergoeding aanwijst als eindheffingsloon.

• Deelnemingsdividend

Er is sprake van een deelneming als een vennootschap 5% of meer aandelen in een andere vennootschap heeft. In een aantal bijzondere gevallen kan de deelnemingsvrijstelling toch van toepassing zijn op een aandelenbelang van minder dan 5%,. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als de moedermaatschappij de aandelen niet als belegging gebruikt. Voor de dividendbelasting geldt dan een vrijstelling. De vrijstelling wordt door de vennootschap die het dividend uitkeert aangegeven in de aangifte dividendbelasting of kunt u de ingehouden dividendbelasting verrekenen in uw aangifte vennootschapsbelasting.

• Dividend als uitkering aan een buitenlandse moedermaatschappij

Bij het uitkeren van dividend aan een moedermaatschappij in het buitenland door een Nederlandse dochtermaatschappij, dan hoeft de dochtermaatschappij geen of minder dividendbelasting in te houden. De vennootschap die het dividend uitkeert, geeft de vrijstelling aan in de aangifte dividendbelasting.

De deelnemingsvrijstelling is niet van toepassing op voordelen uit een als een belegging gehouden deelneming (beleggingsinstelling), tenzij er sprake is van een zogenoemde “kwalificerende beleggingsdeelneming’.

Dividend uitkeren

Keert uw BV een dividenduitkering uit dan moet daar dividendbelasting over worden ingehouden en op aangifte afgedragen worden aan de Belastingdienst. Indien u als vennootschap dividend uitkeert controleer dan of er voor de uitkering in de vennootschapsbelasting de deelnemingsvrijstelling geldt. Onze fiscaal adviseur kan u daarover desgewenst verder adviseren.